Terug
Toeval
Toeval is een begrip waarin nog al wat dubbele bodems
zitten. Deze zal ik hier behandelen aan de hand een aantal beschouwingen. Dit
zijn beschouwingen die voor een deel zeer bekend zijn, en voor een ander deel
minder bekend maar toch ook vast wel regelmatig voorkomend bij geïnteresseerden.
Dat is ook wel begrijpelijk want ik volg ook maar wat ik er over gelezen en
gehoord heb, en wat mijn verstand er over zegt, en anderen beschikken over een
vergelijkbaar zoniet nog scherper verstand dan ik, en er lopen nog al wat mensen
rond op de aarde. Door een systematische aanpak van het onderwerp toeval, denk
ik echter een verhelderend overzicht te kunnen geven, dat misschien ook al
ergens in een andere vorm of taal bestaat of zelfs als een exacte kopie, maar
daar ben ik niet van op de hoogte; de wil om grondig uit te zoeken of er al een
artikel over toeval bestaat dat de zelfde reikwijdte heeft als het artikel dat
ik beoog, verliest het van mijn ijdelheid om het direct zelf te schrijven.
In
eerste instantie ga ik uit van de volgende definitie: Toeval is een voorval
waarvan de oorzaken op een ondoorzichtige manier verborgen lijken te zijn in een
samenloop van omstandigheden of een voorval zonder oorzaken. M.a.w. toeval heeft
te maken met gebrek aan kennis van de oorzaken of de oorzaken ontbreken geheel.
Dit is een tweeledige definitie en dat is direct een complicatie. Er valt wel
wat voor te zeggen om toeval dat een voorval is zonder oorzaken apart te
benoemen. In het vervolg zal ik dit toeval voor alle duidelijkheid ToevaL
noemen, overigens lijkt dit begrip op het Engelstalige randomness (random, at
random), maar in dit artikel gebruik ik het strikt gedefinieerde ToevaL ,
namelijk: ToevaL = een gebeurtenis zonder oorzaken, niet omdat de oorzaken niet
bedacht kunnen worden maar omdat aangenomen wordt dat ze er niet zijn: niet door
gebrek aan kennis van de mens maar omdat het eigen is aan de natuur. Daarnaast
blijft de eerste definitie van toeval staan waarin geen onderscheid gemaakt
wordt tussen gebrek aan kennis van de oorzaken of het ontbreken ervan. Toeval
volgt uit een gezond verstand benadering waarin de eventuele oorzaken van een
gebeurtenis niet te benoemen zijn en er daarom geen verklaring voor gegeven kan
worden, terwijl ToevaL een enigszins tegen intutieve niet allerdaagse
interpretatie is waarin gesteld wordt dat de natuur in iets onbepaald is. Indien
iets niet toevallig gevonden wordt, wordt ofwel aangenomen dat er opzettelijk is
gehandeld, of meer algemeen dat zaken via natuurkundige wetmatigheden zijn
verlopen die benoembaar zijn, dit valt volgens mijn definitie samen tot:
benoembare oorzaken. Toevallig is daarnaast een speciaal geval van onvoorzien,
bij toeval ligt namelijk het onvoorziene op een ondoorgrondelijke manier in een
samenloop van omstandigheden terwijl dat bij onvoorzien in het algemeen niet zo
hoeft te zijn. De gebeurtenis dat iemand die de gewoonte heeft om iedere dag om
4 uur thuis te komen, op een bepaalde dag opeens al om 2 uur thuiskomt, zal
onvoorzien genoemd worden, maar niet zo snel toevallig. Dit omdat in zo'n geval
vaak aangenomen wordt dat er voor deze afwijking een duidelijke reden is, die
vaak ook nog achterhaalbaar is, b.v. door er navraag naar te doen. Een
ontmoeting met een oude bekende in drukke winkelstraat van een stad, zal b.v.
eerder naast onvoorzien ook toevallig genoemd worden, omdat geen opzet vermoed
wordt in deze ontmoeting terwijl dat overigens wel het geval kan zijn geweest
van de kant van degene die je ontmoet. Dat kan later aan het licht komen, zodat
men dan terug zou moeten komen op het aanvankelijke oordeel dat er sprake was
van toeval.
Zo schrijvend over toeval, is het verhelderend om het ook eens
over het begrip oorzaak te hebben aangezien daar de definitie van toeval aan
opgehangen is. Oorzaken zijn rationele verklaringen waarom iets gebeurd is. Een
oorzaak wordt ook wel omschreven als datgene wat noodzakelijk een zeker gevolg
heeft. Het noodzakelijke ervan kan alleen maar worden aangenomen. Zou iets niet
noodzakelijk gebeuren dan zou ergens ToevaL zijn binnengeslopen. Er is ook een
meer pragmatische houding mogelijk, verklaringen in termen van oorzaken ontlenen
hun betekenis aan de voorspellende waarde die ze hebben, noodzakelijk of op een
tijdsduur van miljoenen jaren zeer dicht tegen de 100%, (empirisch niet
aantoonbaar afwijkend van 100%), doet er niet toe. ToevaL is vooral een
metafysisch begrip dat voornamelijk een filosofisch speeltje is. Toch speelt
ToevaL of het ontbreken daarvan een rol in interpretaties van sommige empirisch
controleerbare theorieën, waarop ik later zal ingaan. Een kenmerk van oorzaken
is daarnaast dat het vaak simplificaties zijn (die behalve onvolledig ook nog
eens onjuiste verklaringen kunnen zijn). Een voorbeeld daarvan is het spreken
over 'de oorzaak' van iets zonder er uitputtend diep op in te gaan. B.v. de
oorzaak van het omvallen van de theepot was het uitglijden van de ober tegen het
tafeltje waarop de theepot stond. Maar er waren nog wel meer oorzaken zoals de
algemene gevoeligheid van het tafeltje en de theepot voor het uitglijden tegen
de tafel door de ober, waardoor de theepot kon omvallen; maar ook verder terug
in de tijd, de aanleiding voor het uitglijden, namelijk de aanwezigheid van een
met stroop besmeerde pannenkoek die eerder die dag op de vloer was beland,
precies op de plek waar later de ober erover zou uitglijden, om nog maar te
zwijgen over de reeks oorzaken die leidde tot het op de vloer belanden van de
pannenkoek met de stroopkant naar beneden precies op die plek enz. enz. enz.
M.a.w. er zijn altijd meer oorzaken te benoemen, of je zou reductionistisch
terug moeten gaan tot de eerste oorzaak, wat volgens de natuurkunde de oerknal
is (ca. 14 miljard jaar geleden). Als echter de oerknal als eerste oorzaak
benoemd wordt, zou de oerknal zelf geen oorzaak moeten hebben, en daarmee zou de
oerknal ToevaL zijn. Een ToevaLlig proces zou zo paradoxaal genoeg juist in 1
klap alle oorzakelijkheid die er is, voortbrengen. Dit klinkt niet zo logisch,
maar de denkbare alternatieven klinken dat ook niet, namelijk dat er geen eerste
oorzaak was, maar een oneindige reeks oorzaken, wat lijkt op het voortdurend weg
schuiven van waar het nu eigenlijk om ging; een vergelijkbaar probleem treft men
aan bij traditionele religie: wie was nu de schepper van de schepper van de
schepper enz. Strikt genomen zouden er overigens meerdere onafhankelijke eerste
oorzaken kunnen zijn, maar dat is voor bovenstaande redenering niet zo
relevant.
ToevaL heeft ook te maken met vrijheid. Bij ToevaL is een systeem
binnen de randvoorwaarden vrij om iets wel of niet te doen. Dit zou je ook van
toepassing kunnen verklaren op de mens, zo zou een ToevaLlig proces in de
hersenen kunnen leiden tot een willekeurige beslissing. Of een mens bij het
nemen van een beslissing keuzevrijheid ervaart, is echter een andere kwestie.
Het ervaren van die vrijheid heeft in de eerste plaats te maken met het in
overeenstemming zijn van wat je wilt en wat je beslist / doet en dat staat los
van het wel of niet volledig gedetermineerd zijn van de processen die hebben
geleid tot de beslissing. Wanneer je je in een keuze onvrij voelt komt dat omdat
iets wat je in eerste instantie wilde, onderdrukt is. In de uitvoering van de
aangepaste wil (b.v. je handen omhoog steken als je onder schot wordt gehouden)
is dan nog wel enige vrijheid te ervaren maar dat is dan vaak wel een beetje
zuur. Een individu kan geen enkele theoretische controle over zijn beslissingen
hebben omdat beslissingen oorzakelijk volgen uit wat vooraf gegaan is of volgen
uit ToevaL of een mix van ToevaL en oorzakelijkheid. ToevaL geeft geen controle
over een beslissing omdat het iets onvoorspelbaars is dat uit de lucht is komen
vallen. En indien sprake is van volledige oorzakelijkheid geeft dat geen
controle over een beslissing omdat deze dan al geheel bepaald is door wat
voorafgegaan is, wat niet veranderd kan worden. Of een mens een beslissing als
wel of niet willekeurig ervaart heeft weer te maken met zijn/haar oordeel of
sprake was van toeval.
ToevaL is een minder allerdaagse interpretatie, en
wordt nog al eens gebruikt in de fysica, zoals bij de Quantummechanica. Het is
niet mogelijk om op dit verbale niveau in dit beknopte overzicht de finesses van
deze theorie uit te leggen, maar ik zal er toch e.e.a. over moeten zeggen met
betrekking tot het onderwerp ToevaL. B.v. van een bepaald electron kan gezegd
worden dat er 20% kans is dat je deze aantreft in een gebiedje van zegmaar 1
kubieke nanometer. Tref je nu daar wel een electron of juist geen electron aan,
dan is een gangbare interpretatie dat dit geen oorzaken had maar ToevaL was, het
electron was er vrij in om wel of niet in dit gebiedje te zijn, alleen een
waarschijnlijkheidsverdeling geeft enig houvast om voorspellende uitspraken te
doen. Het was dan geen gebrek aan kennis waardoor we niet konden zeggen of het
electron in het gebiedje was, maar de manier waarop de natuur daar zelf
onbepaald in was. Het was overigens alleen door het voorval zo strikt te
formuleren dat van ToevaL gesproken kon worden omdat het voorval (zoals alle
voorvallen mogelijk met uitzondering van de oerknal) wel aan allerlei
randvoorwaarden was gebonden, zodat in een ruimer perspectief wel
oorzakelijkheid in de gebeurtenis zit, en dat het ToevaL slechts in engere zin
van toepassing was. Je zou ook kunnen spreken over gedeeltelijk oorzakelijk,
d.w.z. dat men dan alleen met waarschijnlijkheden voorspellende uitspraken
(verwachtingswaarden) kan doen en geen exacte voorspellingen. En dan nog kan
deze interpretatie fout zijn, en was het alsnog gebrek aan kennis waardoor
m.b.t. een bepaalde theorie ten onrechte over ToevaL werd gesproken. Zo zou
zelfs al het toeval gebrek aan kennis van de oorzaken kunnen zijn, maar dit zal
niet empirisch aantoonbaar zijn o.a. omdat je er niet zeker van kan zijn dat
ondanks alle gevonden wetmatigheden er in de toekomst niets onverwachts gaat
gebeuren. Een gedachteexperiment waarin sprake zou zijn van een wereld zonder
ToevaL, is een voorstelling van een heelal dat na x miljard jaar via een proces
van inkrimping gevolgd door een oerknal en uitdijing, zich telkens exact tot in
het kleinste detail, herhaalt. Hier tegenin gaat de stelling dat het bestaan van
ToevaL blijkt uit Quantummechanische formules die fundamenteel probabilistische
fenomenen beschrijven voor waarnemers; de Quantummechanica is succesvol op zijn
werkgebied (de wereld van het subatomaire) en heeft geen concurrentie van theorieën
die uitgaan van volledig gedetermineerde processen vanuit het perspectief van een
waarnemer (en het perspectief van een waarnemer is altijd nodig voor empirische
controleerbaarheid). Deze stelling lijkt echter uit te gaan van een andere definitie
van ToevaL dan die hier gegeven is; ToevaLlig is niet het zelfde als fundamenteel
onvoorspelbaar, een consequentie van het bestaan van ToevaL is wel fundamentele
onvoorspelbaarheid maar die fundamentele onvoorspelbaarheid kan ook in iets anders
gelegen zijn. Het herhalingscriterium is m.i. geschikt om te oordelen of er wel of
geen sprake is van ToevaL. D.w.z. indien het heelal telkens opnieuw zou kunnen
beginnen met dezelfde begincondities en het zou zichzelf telkens exact herhalen
dan duidt dit op het ontbreken van ToevaL, en indien het heelal dan telkens op een
statistische manier zou variëren zou dit wel duiden op ToevaL; dit is echter
alleen een theoretische overweging en niet in de praktijk te testen.
Een gangbare interpretatie is de Kopenhaagse interpretatie van de Quantummechanica.
Een systeem wordt hierin volledig beschreven door een golffunctie, de golffunctie
is in essentie probabilistisch, de Heisenberg onzekerheidsrelatie geeft aan
dat niet gelijktijdig alle eigenschappen van een systeem, precies gekend kunnen
worden en dat die eigenschappen die niet precies gekend kunnen worden met
waarschijnlijkheden beschreven moeten worden. Het meest problematische
principe van de Kopenhaagse interpretatie is het complementariteitsprincipe:
een experiment kan het deeltjeskarakter van materie
laten zien of het golfkarakter van materie laten zien, maar niet gelijktijdig
allebei. Wanneer het deeltjeskarakter van materie waargenomen wordt, wordt dit
geïnterpreteerd als het ineenstorten van de golffunctie. Deze interpretatie
leidt o.a. tot de zogenaamde paradox van de kat van Schrödinger. Dit is een
gedachteexperiment waarin b.v. door het wel of niet radioactief vervallen van
een atoom, een kat in een gesloten ruimte wel of niet komt te overlijden, zonder
dat iemand dat weet (behalve de kat dan als ie blijft leven). Volgens de
Kopenhaagse interpretatie van de Quantummechanica zou de toestand van de kat
waarvan niet bekend is of deze nog leeft, als een golffunctie voorgesteld moeten
worden waarin de kat noch dood noch levend is, maar op het moment van
waarneming, ineenstorten tot een levende of dode kat. (De golffunctie wordt ook
wel gezien als slechts een wiskundig instrument om fysica mee te doen zonder
zich verder uit te laten over de achterliggende werkelijkheid). Dit gaat in
tegen het gezond verstand inzicht dat de kat (dood of levend) concreet zou
moeten bestaan ook al wordt ie niet waargenomen, ofwel dat realisme van
toepassing zou moeten zijn.
Een andere eis die vaak aan een fysische theorie
gesteld wordt is dat deze locaal behoort te zijn, d.w.z. dat fysische
beinvloeding in de ruimte niet sneller kan gaan dan de lichtsnelheid. Deze eis
wordt op de proef gesteld in het Einstein-Podolsky-Rosen (EPR)
gedachteexperiment, waarin de ene meting de andere volgens de Quantummechanica
instantaan beinvloedt hoewel ze in de ruimte gescheiden zijn. Met deze
gedachteexperimenten werd de Quantummechanica aangevallen als zou deze theorie
op zijn minst incompleet zijn, en ooit vervangen moeten worden door een
'verborgen variabelen' theorie die wel klopt met locaal realisme. Via de
Bell-ongelijkheden is later een criterium gevonden om te testen of locaal
realisme in EPR-achtige experimenten van toepassing zou kunnen zijn. De
experimenten toonden aan dat de verborgen variabelen varianten die in
overeenstemming zijn met locaal realisme niet klopten (op een zweepje twijfel
na), maar b.v. de Kopenhaagse interpretatie van de Quantummechanica wel. Kortom
1 van beide criteria (localiteit en realisme) of allebei zou men moeten opgeven.
Overigens is de meer precieze omschrijving van het realisme criterium:
tegenfeitelijke bepaaldheid, d.w.z. het vermogen om betekenisvol te spreken over
de uitkomst van metingen ook al zijn die metingen niet uitgevoerd. Een
alternatief voor de Kopenhaagse Interpretatie is de meer werelden interpretatie
van de Quantummechanica. Kort gezegd komt dit er op neer dat alles wat kan
gebeuren ook inderdaad gebeurt, maar elke mogelijkheid in een andere dimensie.
Er is sprake van een deterministische universele golffunctie die via een proces
van quantum-decoherentie in zeer veel aparte tijdslijnen opsplitst. Een voordeel
van deze theorie is o.a. dat ie in essentie realistisch is, d.w.z. dat b.v. in
het geval van het gedachte experiment van de kat van Schrödinger, de kat dood of
levend is in verschillende vertakkingen van het universum, echter voldoet het
meer-werelden model niet aan tegenfeitelijke bepaaldheid vanwege de
multipliciteit van de diverse vertakkingen, daarmee zou het toch in
overeenstemming zijn met experimentele resultaten in EPR-achtige testen die
overtreding van de Bell-ongelijkheden laten zien, en daarmee de mogelijkheid
openhouden voor localiteit van de theorie (snelheden nooit hoger dan
lichtsnelheid). Een ander voordeel van de meer-werelden interpretatie is dat
daarmee een onderbouwing gegeven wordt voor het antropisch principe. Het
antropisch principe stelt dat er nauw verband is tussen het bestaan van mensen
en de eigenschappen van het universum. Een verklaring om het antropisch principe
niet als ToevaLlig te beschouwen wordt meestal gezocht in een veronderstelde
extreme of zelf oneindige uitgebreidheid van het universum (dat in dit verband
dan ook wel multiversum genoemd wordt) en een daarmee samenhangende zeer grote
of zelfs oneindige variatie in gebeurtenissen, natuurconstanten of zelfs
natuurwetten, zodat sprake is van fine-tuning tot lokale omstandigheden die
precies goed zijn voor menselijk leven, of b.v. eventueel ander intelligent
leven. Hier kan tegenin gebracht worden dat zo’n verklaring tamelijk leeg is, en
een nadere empirische onderbouwing nodig heeft. Het meer-werelden model is
verder iets eleganter dan de Kopenhaagse interpretatie omdat het niet het axioma
van het ineenstorten van de golffunctie kent, daar staat tegenover dat de vele
werelden (vertakkingen) het heelal extreem uitgebreid maken t.o.v. een heelal
met maar 1 reële tijdslijn wat vanuit het oogpunt van eenvoud, minder elegant
is. In het meerwerelden model, is in 1 specifieke vertakking zitten geen ToevaL
omdat je (voorzover je dan nog van je kunt spreken) ook zit in de andere
vertakkingen waarin je levensgeschiedenis anders is verlopen alleen heb je daar
geen kennis van (als het herhalingscriterium toegepast wordt op het meerwerelden
model, dan duidt het op het ontbreken van ToevaL, want zo'n heelal zou zich exact
herhalen alleen dan in onvoorstelbaar veel tijdslijnen). De vraag waarom je
uitgerekend in die ene vertakking bent terechtgekomen is enigszins misleidend,
mijn dubbelgangers die zich een week geleden van mijn tijdslijn hebben afgesplitst
en die nu ook nog steeds met dit artikel bezig zijn vragen zich dat misschien ook af.
Je zou kunnen antwoorden dat je niet uitgerekend in die ene vertakking bent
gekomen maar in alle mogelijke alleen je kan het maar van 1 weten, althans echt bewust
meemaken.
De vraag is of voor het meer-werelden model of een andere
specifieke interpretatie van de Quantummechanica ooit echte empirische
aanwijzingen komen.Sommige onderzoekers houden daar rekening mee en wijzen als
mogelijk onderzoeksterrein op de ontwikkeling van Quantumcomputers, anderen
denken dat het altijd wel filosofie zal blijven. Als aan een hypothetisch heelal
helemaal geen ToevaL te pas is gekomen zou het geen eerste oorzaak mogen hebben,
omdat een eerste oorzaak slechts denkbaar is vanuit ToevaL. Dit betekent dat
zo'n heelal een eindeloze oorzakelijke geschiedenis moet hebben en daarmee een
oneindige ouderdom. Hiervoor zijn twee scenario's denkbaar: of een heelal
herhaalt zich zelf telkens exact (en oneindig) in een eindige tijd b.v. via een
proces van inkrimping gevolgd door een oerknal en uitdijing, of het evolueert
oneindig zonder exacte herhaling. Indien het heelal zichzelf telkens exact zou
herhalen zou het zijn eigen volledige oorzakelijkheid illustreren (totdat dit
heelal geheel onverwacht van zijn patroon zou afwijken). Nou en, zou je
zeggen..tja, wat nu ?
Sluitaf
Multiversum
is op het eerste gezicht een verwarrend woord aangezien universum al opgevat kan worden als het
meest omvattende. Wat met multiversum bedoeld wordt, komt o.a. ter sprake in een artikel dat gaat
over toeval. Via de volgende link kan dit artikel zichtbaar gemaakt worden: